Het wiegelied
Je hebt een pasgeboren kind
op je arm. Als vanzelf begin je de oude liedjes te neuriën : sssttt, stil maar huil maar niet, Suze Naanje of je zingt van het schaap
dat daarbuiten loopt.
Het is het allereerste
lied, waarmee een mensenkind in aanraking komt: het wiegelied.
Ik als Groninger moeder
zong voor mijn kindjes ook het wiegeliedje:
Suze Naanje, ik waige die,
was toe wat groter din sluig ik die
d
oe bist mie nog aal te
klain,
k mout die moar wat deur
de vingers zain. `
Suze Naanje Doeje
Later,
toen ik net oma was, hoorde ik de Friese versie. Nynke Laverman, een friese
fado- zangeres zong het in een tv-programma. Ik herinnerde me opeens weer het lied, toen ik het hoorde. Ik kende het
van mijn moeder. Zij zong het toen ik klein was.
Suze Nane Poppe, kjealtsje leit in é groppe,
Heit en mem binne fier fan
hus,
kin se net beroppe.
Suze Nane Poppe.
Vanaf toen kon ik als oma
ook dit wiegeliedje zingen voor de kleinkinderen en voor mijn oppaskinderen.
Vanaf die tijd krijg ik
steeds weer de vraag van de kinderen, zing je nog eens van Suze Nane?
Ze kennen het natuurlijk
zelf ook heel goed en ik hoor het hen zelf ook vaak zingen.
De tekst van dergelijke liedjes is vaak zo
raadselachtig.
Wat spreekt hen zo aan in
zo`n liedje? De taal is voor hen vreemd. De teksten zijn niet zo erg
vriendelijk. Is het alleen de klank van de woorden, is het de toon. Ik noem het
vaak onzin- liedjes, maar ik denk dat de tekst toch wel meespeelt in het beleven
van het lied.
De inhoud zou ook iets
vertellen over de tijd waarin het lied is ontstaan. Het zijn ook
cultuurliederen. Deze wiegeliederen werden in vroegere tijden meestal gezongen
door de huisslavinnen. Die stonden niet altijd even vriendelijk tegenover het
kind en de moeder. Er zijn ook wiegeliedjes waarin de moeder als lelijkerd
wordt benoemd. In het friese liedje wordt verteld van de afwezigheid van Heit
en Mem. Ondanks dit, heeft dit lied toch een sussend effect op het kind. Het
beleeft er echt plezier aan.