vrijdag 31 augustus 2012

De oogst is rijp.

De laatste dag van augustus.

Een dag met veel regen.
Maar de oogst is binnen. Op de velden waar het graan is geoogst, zie je een prachtige gloed van gele stoppels. Halverwege de maand was het graan op het Hoogeland al binnen.
 
De maand die wij nu augustus noemen, was de zesde maand van het jaar en werd daarom sectilis/sextilis (zesde maand) genoemd. Keizer Augustus behaalde zijn belangrijkste overwinningen in die maand. In het jaar 8 voor Christus stemde Augustus ermee in om de zesde maand van het jaar augustus te noemen. Het Nederlandse woord oogst is afgeleid van augustus, want van oudsher wordt het graan in de lage landen geoogst in augustus. Augustus staat dan ook bekend als oogstmaand.
 
  
Modern oogsten.
Er is een filmpje gemaakt door Agrifirm van de graanoogst op het Groninger Hoogeland.

http://www.youtube.com/watch?v=CXTbt-AxxLA

Ouderwets Rogge-oogsten in Leens is te zien :



Oogst bij Oostum / Jannes de Vries

-Jannes de Vries van de schilderskring  -De Ploeg-
Kunstenaarsvereniging De Ploeg werd in 1918 opgericht als reactie op het artistieke klimaat in de stad Groningen. Een aantal jongere kunstenaars was van mening dat de mogelijkheden om te exposeren en zich te ontwikkelen te beperkt waren. Zij hoopten door samenwerking  tentoonstellingen te kunnen organiseren van de leden en daarnaast kunstenaars en publiek kennis te laten maken met nieuwste ontwikkelingen op het gebied van beeldende kunst, architectuur, literatuur in de vorm van exposities en lezingen. Tot de initiatiefnemers behoorden Jan Wiegers, Johan Dijkstra, George Martens en Jan Altink. De laatste bedacht de verenigingsnaam. Hij oordeelde dat in Groningen ten aanzien van moderne kunst nog veel terrein moest worden ontgonnen en stelde daarom de naam De Ploeg voor.


Terras                                -Paul Gellings

Middag in augustus, de zon op zijn hoogst.
Een terras in de schaduw, donker en diep.
Het land, warm en verlaten; het dorpje sliep
In een geur van rogge die net was geoogst.

Wat stoelen, wat tafels, een zoemend insect,
Drie parasols, een haag van ruisende bomen.
De middag werd vloeibaar, het uur was gekomen.
Het terras ontwaakte, door ons tot leven gewekt.

Het werd een boot, naar ongebroken kinderjaren.
Het bewoog en maakte zich los met een zucht,
Zodat we eindelijk terug konden varen.

Zonder moeite werd toen de tijd overbrugd,
Want het duurde maar even voordat we er waren,
In klaterend zonlicht, spiegelende lucht.

 

vrijdag 17 augustus 2012

Als de bramen rijp zijn.

Op een verjaardagsvisite bramen plukken bij Cobie in de tuin.
Ik ben niet zo goed in het verwerken van rijpe vruchten. Het maken van appelmoes gaat me wel redelijk goed af. Ik doe toch maar een poging.

Thuis gekomen was ik de bramen en doe ze in de pan.
Laten koken in het vocht van de bramen.




Dan door de zeef om het te ontdoen van de pitjes.
Ik zet het nog een keer op een zacht vuurtje en voeg honing en citroen toe.

                        En lekker is het. Bramenmoes voor het toetje.

                              
                                   En het bramenventje is er ook bij-
                              - is verkrijgbaar bij www.priegelgoud.nl

 
Godfried Bomans schreef een sprookje van De rijke bramenplukker.

De rijke bramenplukker in het verhaal van Godfried Bomans is een oude man, die helemaal alleen leeft in een groot bos. Het is een opgewekte en vrolijke man. Hij ziet prachtige dingen in de natuur om zich heen, zoals parels, diamanten, hoge gewelven….
 
Als de mensen, zoals de ontdekkingsreiziger en de burgemeester hierop afkomen, ontnemen zij hem zijn rijkdom.
Zij kijken anders naar de natuur dan de oude man. De parels blijken nevels te zijn, de hoge gewelven de wolken…

Vriend," sprak hij, "waarom wilde je dat goudstuk niet van mij aannemen?" "Ik heb het niet nodig," antwoordde de bramenplukker eenvoudig, "ik heb diamanten." "Diamanten?" herhaalde de reiziger, "heb jij diamanten? Hoeveel?" "Precies weet ik het niet," sprak de bramenplukker peinzend, "een paar grasvelden vol" "Zeg het nog eens." "Een paar grasvelden vol," herhaalde de bramenplukker.

In het boek Beelden als inspiratiebron van Voorhoeve vind je een uitleg van dit sprookje, onder het hoofdstuk Verbeeldingskracht.

zondag 5 augustus 2012

De graankoningin









Een nieuwe graankoningin ga ik maken voor mijn webwinkel.

Gisteren was ik in het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden.
Bij de tentoonstelling De Tuinen van de Farao`s zag ik graankorrels van een duizend jaar v. Chr...

Ida G. M. Gerhardt schreef een gedicht over het graan. Ze haalt de naam van de dichter Herman Gorter aan. Het is niet zo dat ze een speciaal gedicht van hem aanhaalt. Misschien bedoelt ze met Het vers van Gorter alle gedichten die hij heeft geschreven.


Het vers van Gorter

Het vers van Gorter heeft de geur van graan
dat bloeit en stuift: die reuk van hemels zoet
met erdoorheen het aardse evengoed;
dat zegt de tarwe en het brood al aan.

En koren geurt weer uit het brood vandaan.
Hij schreef vanuit die kringloop overvloed
-het waait ons uit de woorden tegemoet –
het vers dat in het zonlicht kan bestaan,

de volle dag trotseert. Het voedt als brood
en bloeit als koren, stuifmeelovertrild.
Het vers van Gorter: franke gulheid noodt

dat wie hier nadert toch de honger stilt
die hij verborg of nimmer uit kon spreken.
Brood met de geur van graan. Gij moogt het breken.

de graankoningen is te verkrijgen op www.priegelgoud.nl

Een filmpje over de zgn. Akkerranden langs de velden vond ik: